Vooraf
Smeer vanaf vier weken voor een langere trektocht dagelijks je voeten in met speciale zalfjes. Voorbeelden: kamferspiritus, GehWohl, GehFit (voetbalsem van Edelrid). Hierdoor wordt de voethuid wat stugger en minder blaargevoelig.
Was je voeten alleen met koud water en zónder zeep. Anders wordt de huid zachter.
Eelt is goed, maar een teveel kan ook weer blaren veroorzaken. Overmatig eelt kun je desnoods laten weghalen door een pedicure.
Bij het begin van de wandeling
Gevoelige plaatsen kun je van te voren al afplakken met leukoplast of sporttape.
Nog géén Second Skin of Compeed.
Let op bij het afplakken van tenen: als er ribbels ontstaan, kunnen deze juist weer blaren veroorzaken.
Tape wil nogal eens blijven plakken aan je sokken, maar niet als je het volgende foefje kent: wrijf wat talkpoeder over de pleister.
Daardoor wordt deze gladder en minder plakkerig.
In plaats van afplakken kun je je voeten behandelen met diverse poeders en zalfjes, bijvoorbeeld:
Gehwohl (voetcreme, verkrijgbaar bij drogist)
vaseline of uierzalf (de huid wordt hierdoor gladder, maar minder week, omdat het vet vocht tegenhoudt)
talkpoeder (eventueel na de middagstop herhalen)
prep (een niet-vette menthol-creme, “de ideale huidbescherming sinds 1866”)
Wat het beste voor je werkt, is een kwestie van gewoon uitproberen.
Tijdens de middagstop: trek je schoenen en sokken even uit. Hierdoor kan overtollig vocht verdampen.
Eventueel kun je je sokken daarna verwisselen en binnenstebuiten dragen.
Na de wandeling: direct schoenen en sokken uit. Als er een beekje in de buurt is, is het heerlijk om er met je voeten in te gaan staan.
Het koude water maakt de voethuid minder zacht.
Behandeling van blaren
Alle bovenstaande adviezen ten spijt heb je aan het eind van de dag toch nog blaren. Wat dan?
Was je voeten. Neem een schone, gedesinfecteerde naald of een blarenprikker en prik aan de bovenzijde EN onderzijde van de blaar. Prik daarbij zoveel mogelijk in de looprichting, dan loop je het achtergebleven of navolgende vocht er vanzelf uit.
Eventueel kun je de naald vooraf verhitten (in de blauwe vlam, anders krijg je roet).
Zorg dat je alleen de bovenhuid doorprikt en niet de onderliggende huid, anders gaat de blaar bloeden. Druk het vocht met een schone zakdoek of steriel gaasje door het gaatje uit de blaar. Eventueel kun je nog jodium of betadine (prikt minder dan jodium) aanbrengen ter ontsmetting. Er zijn wandelaars die gelijk het hele vel weghalen. Dit is wel riskant vanwege mogelijke infecties. Dit is niet aanteraden.
Plak de blaar dakpansgewijs af met (liefst brede) leukoplast of sporttape. Geen gewone pleisters gebruiken!
Met deze laag zorg je voor een tweede huid en gaat de blaar niet kapot.
Het afplakken van een blaar op de teen met kleefpleister gaat als volgt:
– Het eerste stukje kleefpleister over de top van de teen aanbrengen van boven naar beneden
– Op de top van de teen de overstekende kleefpleister bij elkaar knijpen en dan zo kort mogelijk wegknippen (beter is om te brede kleefpleisters eerst af te knippen)
– Het tweede stukje kleefpleister over de brede kant van de teen plakken
– De overstekende delen van dit stukje wegknippen
– Het stukje teen dat nog ontbloot is afplakken met halve stukjes kleefpleister
– Na het afplakken de kleefpleister dunnetjes met talkpoeder inwrijven
De Rode Kruis-methode: prik de blaar door met naald en (katoenen!) draad.
Mocht er nieuw vocht in lopen, dan wordt dat direct via het draadje afgevoerd.
Je kunt het draadje vooraf joderen. Daarna afplakken.
Een gesloten blaar op de teen
– Reinig de omgeving van de blaar met kamferspiritus of met schoon water (en zeep)
– Desinfecteer bij voorkeur de blaar en omgeving met een huidontsmettingsmiddel
(denk aan allergie voor jodium!)
– Prik aan 1 kant met een bloedlancet of met een schoongebrande naald 2 gaatjes in de blaar
– Verwijder het blaarvocht door dit met een gaasje of wattenstaafje eruit te rollen
– Vang het blaarvocht op met een gaasje of schone tissue
– Als de blaar leeg is: opnieuw de blaar en omgeving desinfecteren met een huidontsmettingsmiddel
– Plak hierna de blaar af met kleefpleister, wanneer u of uw wandelgenoot niet allergisch is voor de kleefpleister. Een kleefpleister plakt alleen goed op een droge huid
In plaats van doorprikken kun je de blaar gewoon met rust laten en afplakken. Bijvoorbeeld met Compeed, ovale pleisters die je over de blaar heen plakt.
Eenmaal goed aangebracht kun je er nog dagen of zelfs meer dan een week mee doorlopen, totdat de blaar is verdwenen en er nieuwe huid onder zit.
Let wel: de meningen over Compeed zijn verdeeld. Behalve dat het vrij duur is, blijft het gemakkelijk plakken aan de sokken.
Dat laatste is echter te verhelpen met een eenvoudige remedie: breng bovenop de Compeed-pleister nog extra leukoplast of sporttape aan.
Wie niet tevreden is over Compeed, kan Second Skin of Comfeel eens proberen.
Deze zijn veel dunner en blijven minder plakken aan je sokken.
Het principe is hetzelfde: plak ‘m bovenop de blaar en laat ‘m verder rustig zitten, totdat de blaar genezen is.
In het boekje Eerste Hulp bij Wandelletsel zijn nog meer handelingen beschreven.
Bij de plaatselijke EHBO-vereniging kunt u informeren of het boekje leverbaar is en/of er een blarencursus wordt gegeven.
Kijk voor adressen van opleiders op de website www.ehbo.nl
Als je een blaar voelt aankomen of er al een hebt die nog niet zo groot is, dan kan Moerasspirea soelaas bieden. Kneus een blaadje van dit plantje, smeer het sap op de plek en wacht even tot het is ingetrokken. Niet op open blaren gebruiken.
Het sap van de blaadjes zorgt ervoor dat de huid bijna meteen stugger wordt en dus meer kan hebben. Vaak zet de blaar dan niet door of trekt sneller weg.
Moerasspirea groeit op drassig braakliggend land en bij moerassige slootkanten. Niet bij veeweilanden; omdat het giftig is voor koeien, wordt het daar vaak weggehaald.