Onder bepaalde omstandigheden – dus ook tijdens het wandelen – kunnen mensen onderkoeld raken. Denk bijvoorbeeld aan een wandeltocht in de sneeuw, u raakt geblesseerd en moet wachten op hulp. Door de wind kan een temperatuur van -5 veel kouder aanvoelen en zo schade aanrichten.
Er zijn 3 fases bij onderkoeling:
De kerntemperatuur van het lichaam daalt onder de 35°C.
Symptomen: een koude, bleke huid; normaal bewustzijn, soms licht verward; rillen, klappertanden; pijn in handen en voeten, onregelmatige hartslag, stijging van de bloeddruk en een vertraagde ademhaling.
De kerntemperatuur daalt verder en ligt tussen 33 en 27°C.
Bijkomende symptomen: verminderd bewustzijn, slaperigheid, verstijfde spieren (het rillen en klappertanden stopt), de pijn verdwijnt, een trage onregelmatige hartslag en een oppervlakkige en onregelmatige ademhaling.
De kerntemperatuur daalt onder de 27°C.
Symptomen: diepe bewusteloosheid, geen reflexen, algehele spierverslapping, geen pupilreactie, zeer zwakke hartslag, zeer trage ademhaling.
Welke voorzorgsmaatregelen kunt u zelf treffen:
1. Luister altijd naar de weerberichten en houd rekening met de combinatie van de wind en de buitentemperatuur (wind-chill).
2. Pas de uitrusting (vnl. kleding) aan de omstandigheden aan. Met winddichte en ademende kledij (GoreTex, Aquastop, enz.) kan men onder moeilijke omstandigheden toch nog veilig sporten. Heeft men deze (vaak) dure en ’technische’ kleding niet, dan sport men beter niet in extreme weersomstandigheden.
3. Vertrek nooit alleen onder extreme weersomstandigheden. Zelfs indien men degelijke kledij heeft, is het aangeraden om er nooit alleen op uit te trekken, vooral niet in wintersportgebieden.
4. Vermijd overvloedig zweten door de intensiteit van de inspanning aan te passen.
5. Drink géén alcohol. Alhoewel er zeer vaak tegen deze regel gezondigd wordt in de skigebieden, kan men niet genoeg benadrukken dat alcohol het lichaam nog sneller warmte doet verliezen en verdovend werkt. Licht benevelde personen voelen de effecten van koude minder snel en zijn daardoor meer vatbaar voor onderkoeling.
6. Pas de voeding aan. Sport niet op nuchtere maag. Neem altijd een energierijk voedselpakket mee tijdens lange tochten (bv. energierepen, chocolade, enz.). Tijdens het verteringsproces komt er warmte vrij die de lichaamstemperatuur mee op peil houdt.
7. Besteed extra aandacht aan de kledij van de kinderen. Onder de 12 jaar zijn kinderen veel gevoeliger voor koude dan volwassenen en verliezen zij proportioneel meer warmte via het hoofd.
Hoe te handelen?
Allereerst moet men verdere afkoeling vermijden door beschutting tegen de koude op te zoeken. Natte kleding wordt indien mogelijk verwisseld voor droge of minstens drooggewrongen en terug aangedaan. Daarnaast moeten vooral het hoofd en de nek goed warm gehouden worden. Een geleidelijke opwarming is nodig omdat het koude bloed zich slechts langzaam mag mengen met het warmere bloed van de lichaamskern, zoniet loopt men het risico op hartritmestoornissen. Het nemen van bv. een warm bad of een warme douche is dus niet aangeraden.
Langzaam opwarmen (bv. in bed onder de dekens) is meer aangewezen. Een warme, suikerrijke (alcoholvrije) drank kan ook verlichting van de symptomen brengen. Is de toestand van het slachtoffer ernstig (bv. bewusteloosheid) dan kan men best zo snel mogelijk medische hulp inroepen. Desnoods moet men met het eigen lichaam het slachtoffer trachten warm te houden.
Goede kleding.
Wanneer overtollige warmte niet snel genoeg kan afgevoerd worden, loopt de lichaamstemperatuur op en begint men te zweten. Het zweet dat niet snel afgevoerd wordt, condenseert langs de binnenkant van de kledij waardoor deze klam aanvoelt. Vocht is een goede geleider, en dus koelt het lichaam zeer snel af, zeker wanneer men stopt met de inspanning. Met natte kleren sporten in een koude, winderige omgeving is dus vragen om een snelle afkoeling en bijbehorende problemen. Men kan beter de inspanning zo regelen dat men niet overmatig zweet.
Daar waar dit met kleding uit natuurlijke vezels nagenoeg onmogelijk is, zijn er de laatste jaren nieuwe synthetische vezels op de markt gekomen, zoals GoreTex, met ‘ademde’ eigenschappen. De poriën van dit materiaal zijn groot genoeg om zweetdruppels door te laten, maar te klein voor waterdruppels (van regen of sneeuw).
Dit materiaal beschermt echter niet tegen de wind, en moet dus gecombineerd worden met een niet winddoorlatende stof.
Bron: www.gezondheid.be