ETAPPE 4: VAN BANNEUX NAAR BASTOGNE
Deze groep trotseerde regen, sneeuw en kou tijdens bedevaartstocht
Na een goede voorbereiding, door middel van zes weken lang twee keer in de week 18 km te lopen, was groep 4 klaar voor de bedevaartstocht. Naarmate de datum van vertrek naderde waren sommige deelnemers niet zo zeker meer van hun zaak of ze het wel zouden redden. Ploeg 4 bestond eerst uit 7 personen. De eerste die afviel was Jan Duks. Hij gaf als excuus aan dat hij het te druk had met z’n zaak, maar later ons volkomen te verrassen door op precies dezelfde datum van vertrek op wintersport te gaan naar Saalbach/Hinterglemm. Of je overnacht in een schuur in de Ardennen of in een duur hotel in Saalbach, andere keer beter Jan! De tweede afvaller was Kees Sier (van de Molen). Kees had zijn wintersport zo gepland dat hij op de eerste loopdag terug kwam. Jammer, andere keer beter plannen Kees! Ruim twee dagen voor het vertrek werden wij gebeld door de woordvoerder van groep 3, Evert Madoet, die ons mededeelde dat zij al terug waren op Volendam, dus twee dagen te vroeg. Op de vraag hoe we dat gingen doen met de bus (die moet weer terug naar Volendam voor vertrek van de volgende groep) gaf Evert aan dat hij ons ging wegbrengen naar Banneux. Grote verbazing alom. Dan eindelijk de dag van vertrek.
Zondag 8 maart: Start met de etappe Banneux-Spa
Zondagmorgen om 10 voor 7 stond Evert met de bus voor de deur en bracht ons weg naar Banneux. Na 3 uur rijden kwamen we aan bij de kapel in Banneux waar Evert het kruisje overhandigde aan Jan van ’t Gat. Na Evert te hebben bedankt ging ieder zijn eigen weg. Eerst gingen wij een foto maken op de plek waar Maria was verschenen. We hebben er intussen al verscheidene: Lourdes, Banneux, Assisië, het park in Volendam. Inmiddels was het gestopt met zacht regenen en was het gaan gieten. We trokken onze regenkleding aan en begonnen onze tocht naar Spa met de gedachte waar zijn we aan begonnen. Na 5 uur ploeteren door de regen en kou kwamen we aan in Spa, dat bekend staat om z’n kuuroorden en z’n mooie gebouwen. Spa is eigenlijk het Wassenaar van België. We kwamen aan in het hotel dat Ton en Jan al weken tevoren hadden geboekt. We trokken droge kleren aan, namen een paar borrels en gingen eten. Iedereen was vermoeid, we zochten de kamers op en vielen in een diepe slaap, dromend over de tocht waar we mee bezig waren.
Maandag 9 Maart: Spa-Trois Ponts
Om 7 uur ging de wekker, om 8 uur ontbijten en hierna vertrekken naar Trois Ponts. De lucht was opgeklaard, het was droog maar wel koud. De dag begon met een enorme klim van zeker 3 uur tot een hoogte van 575 meter. Boven aangekomen waren de hagelbuien overgegaan in sneeuwbuien wat er voor zorgde dat er boven op de paden een dikke laag sneeuw lag. De dag schoot al lekker op en we kregen honger. Maar dat moesten we maar voor lief nemen, want als we een dorpje tegenkwamen zat alles dicht, want het was nog geen seizoen. Na ongeveer 5 uur lopen kwamen we bij de watervallen van Coo aan, welbekend van de schoolreisjes die we vroeger hier naar toe maakten. Voordat we bij ons hotel in Trois Ponts waren, moesten we nog een enorme klim doen via een GR-pad dat steil naar boven liep en precies bij het hotel uitkwam. Het hotel dat gebouwd was op de rand van de bergtop en een prachtig uitzicht had op de vallei. Na kennismaking met de eigenaar die uit Amsterdam kwam en met een Luikse vrouw getrouwd was, gingen we daar eten wat uitstekend smaakte. Ton, Kees en Jan Vik gingen na het eten naar bed (leeftijd hè), Danny en Jan van ’t Gat bleven nog enkele uurtjes napraten met de eigenaar over allerlei horecazaken. Misschien zit er een overname in de lucht. Nadat alle kaarsen gedoofd waren, lag iedereen in diepe rust.
Dinsdag 10 maart: Trois Ponts-Vielsalm
We werden wakker, keken naar buiten en het goot van de regen. Na het ontbijt en afscheid van de eigenaar te hebben genomen gingen we op weg naar Vielsalm. De tocht was zwaar. We kwamen in het gebied waar zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog zwaar is gevochten. Overal waar we langs liepen kwamen we monumenten van gevallen soldaten tegen. Het pad dat we volgden was glad en stond vaak onder water. Daarbij kwam nog dat er in deze bossen allerlei wapentuig zoals munitie, bommen en granaten rondslingeren. Er werd op verschillende borden gewaarschuwd om in ieder geval niks op te rapen of mee te nemen i.v.m. ontploffingsgevaar. Dat was dus uitkijken geblazen. Ook deze dag leefden we op repen en marsen, alles was in de dorpjes gesloten. Na 6 uur lopen waren we de weg in het bos kwijtgeraakt. We zagen ergens halverwege de berg een spoorlijn lopen waar we na raadpleging van de Tom-Tom van Danny naar toe liepen. Na 2 uur langs de spoorlijn te hebben gelopen kwamen we in Vielsalm aan. Kees de Boer en Ton hadden schade aan de voeten opgelopen. Kees z’n nagel lag eraf en Ton z’n teen was zwart geworden. Misschien moet die teen wel geamputeerd worden. Aangekomen bij het hotel werden we ontvangen door de eigenaresse, een mooie Ghaneese vrouw met de juiste maten op de juiste plek. Na het aanschouwen van deze mooie vrouw was bij ieder de pijn snel weg. ’s Avonds hebben we een goed restaurant uitgezocht en Danny mocht de wijn uitzoeken, wat hij niet slecht deed. Als beloning hiervoor werd Danny de rest van de dagen ’s avonds ingestopt door z’n kamergenoot Kees de Boer die als een bezorgde vader voor onze kleine zorgde.
Woensdag 11 maart: Vielsalm-Hoeffealize
We werden gewekt door de mooie Ghaneese dame die vroeg of we beneden kwamen ontbijten. In no-time zat iedereen aan tafel. Voor we vertrokken moest Ton nog even pinnen. Ton zocht een Fortisbank op, stopte zijn pinpas in de machine en weg pas. Grote paniek en na veel lieflijke woordjes richting machine, die niet reageerde, haalde hij het bankpersoneel erbij die voor hem de pinpas uit de machine haalde. Ton moest bij een andere bank pinnen en na een oponthoud van een uur, konden we eindelijk vertrekken naar Hoeffealize. Het was een tocht 36 km door een mooi heuvelachtig landschap. Om ongeveer 4 uur in de middag kwam de plek van bestemming in zicht. De dag was droog verlopen zodat wij ons een stuk prettiger voelden dan de dag daarvoor. Tijdens de oorlog is hier veel gevochten. Je ziet ook overal langs de route monumenten van gevallen soldaten. Hoeffealize is een heel gezellig stadje waar veel Nederlanders wonen, het heeft veel restaurants en café’s. Op het pleintje staat een mooie Duitse Panther-tank die zeker een blik waard is. Het stadje is ook bekend om zijn bier La Caouffe dat daar gebrouwen wordt. Nadat we dit bier uitgebreid hebben geproefd gingen we naar ons hotel waar we een gat in de dag sliepen.
Donderdag 12 maart: Hoeffealize-Bastogne
Onze laatste loopdag is aangebroken. Buiten gekomen stond er een harde wind en er was een stromende regen. Dan maar weer de regenkleding aan en met een lichte hoofdpijn op weg naar Bastogne. Na ongeveer 25 km in plensbuien te hebben gelopen kwamen we aan in Bastogne, ons einddoel. We slapen hier in Hotel Du Sud, een heel eenvoudig hotelletje, maar tegenover dat hotelletje lag tijdens de Tweede Wereldoorlog het hoofdkwartier van Kolonel Roberts van de 10e Armored Division. Op alle grote invalswegen naar Bastogne staan tanktorens. Deze torens geven de grens aan van de defensieve cirkel rond de stad. Aan de rand van het plein staat een M4 Sherman-tank, die nog steeds de sporen vertoont van de schade die ze opliep tijdens de slag. ’s Middags gingen we een bezoek brengen aan het oorlogsmuseum dat gelegen is op een heuvel, maar wel 2,5 km van ons hotel. We besluiten om daar naartoe te lopen. Mardasson is de naam van de heuvel en naast het monument staat het museum. Dit bevat de verzameling zowel Duitse als Amerikaanse uniformen en materieel. Het monument is aangelegd in de vorm van een Amerikaanse ster. De Mardasson heuvel is de plek waar de Duitsers de stad het dichtst naderden langs de oostelijke zijde. In de slag om de Ardennen zijn 100.000 Amerikanen en 110.000 Duitsers omgekomen. Wel even een reden om er bij stil te staan en om er even over na te denken hoe het nu was geweest als de Amerikanen ons niet geholpen hadden om de oorlog te winnen. Na 2,5 km terug te zijn gelopen naar het centrum van Bastogne zijn we een gezellig Grand-Café gaan opzoeken waar we hebben getoast op de goede afloop van de tocht. ’s Avonds hebben we couscous gegeten met de nodige wijn. Na het eten gingen we op weg naar het hotel om te gaan slapen. Maar… in een zijstraatje kwamen we een heel gezellig barretje tegen met hele mooie meiden. Na een paar drankjes te hebben genuttigd in dat barretje, ontpopten Jan Vik en de Kloek zich als ware dansgoden. De meiden keken hun ogen uit. Toen Danny er doorheen zat en zei dat de volgende ploeg al onderweg was, besloten wij om onder protest te gaan slapen.
Vrijdag 13 maart: aflossing van de ploeg
Om half acht in de morgen werden we wakker gebeld door de ploeg van Jack Schilder (Bibber) met de mededeling dat ze in Bastogne waren en de auto aan het aftanken waren. Na een gezamenlijk ontbijt, dat aangeboden werd door de ploeg van Jan van ’t Gat en na het uitwisselen van de ervaringen, werd op de brug tegenover het hotel, die zo belangrijk was in de oorlog, het kruisje overhandigd. Na deze plechtigheid pakte ieder zijn spullen en ging zijn eigen weg. Wij willen hier nog even de organisatie bedanken voor het bedenken van deze tocht. Het was top! René Luns bedankt voor de auto en de volgende keer weer meedoen! Namens: Jan Schilder (Vik), Kees de Boer, Danny van Noorden (van De Dijk), Ton Klouwer (Kloek) en Jan Veerman (van ’t Gat).
ETAPPE 5: VAN BASTOGNE NAAR SEDAN
Als de morgen is gekomen… Voordat die morgen er was, is er al wat aan vooraf gegaan. Zoals de verandering van de deelnemers na blessures en vooral het testen van regenkleding en soorten ski-ondergoed en het afwegen van de rugzakken. We hadden dagelijks contact met de wandelaars vóór ons en dat beloofde weinig goeds. Maar goed, de ploeg onder leiding van Jack Schilder ging op vrijdag de 13e om 4 uur in de morgen op weg om de ploeg van Jan Veerman af te lossen. In dat busje zaten: Simon Veerman, Theo Tol, Kees Smit, Jaap Veerman en Paul Moormann op weg naar Bastogne. Na een zeer voorspoedige rit waren we om kwart voor 8 in het hotel van de vorige ploeg om nog even een gezamenlijk ontbijt te nuttigen en nog wat tips door te nemen, want het was verschrikkelijk geweest voor de heren. En toen gebeurde het.. We liepen naar buiten voor de foto van de overdracht en toen zagen wij het licht. Het licht van de zon die ons daarna niet meer in de steek gelaten heeft. Van het begin tot het einde een aaneenschakeling van verrassingen.
Vrijdag 13 maart: we begonnen de tocht om 9.00 uur via Houmont, Tiled naar Saint Hubert. We waren er al van op de hoogte dat er onderweg geen eten of drinken te krijgen was. Dus we hadden alles wat we over hadden van de nachtrit in onze rugzakken gestopt. Rond lunchtijd kwamen we een zeer vriendelijke meneer tegen waar wij aan vroegen waar we een kop koffie konden drinken en dat werd natuurlijk niks. Wij gingen daarom gelijk maar op een bankje in de zon aan de boffers en de dikke koek beginnen. Nog geen minuut later stopte dezelfde meneer met de auto en haalde uit de achterbak 6 overheerlijke flesjes Leffe Blond. Dat was natuurlijk weer een geweldige start! Daarna hebben we het GR-pad weer vervolgd. GR staat voor grand route die je door de mooiste paden van Europa leidt. Na een prachtige maar toch wel zware wandeldag kwamen we om 17.30 aan in ons leuke hotel in Saint hubert. Toen we daar vertelden dat we uit Volendam kwamen begonnen ze gelijk het lied van Jan Smit te zingen. In de avond zijn we nog even het dorp ingegaan waar we nog wat lokale versnaperingen geproefd hebben en zijn vroeg maar zeer voldaan te bed gegaan.
Zaterdag 14 maart: de volgende morgen waren we weer superfris aan de ontbijttafel en maakten het plan voor de dag. We besloten, omdat we onderweg niets konden krijgen, om elke dag een leuke picknickmand te vullen. En daar zaten elke dag 3 stokbroden, 6 grote plakken ham, 6 grote plakken kaas, 3 tomaten en een flesje rode wijn in. En ik kan je vertellen, als je ergens op een GR-route in de Ardennen op een boomstam zit na een uurtje of 3 wandelen tussen de middag met een ongelooflijk mooi uitzicht; daar kan geen sterrenrestaurant tegenop! Na het inkopen doen gingen we ook meestal nog even naar de kerk om een kaarsje op te steken en daarna gingen we weer op pad. We liepen de tweede dag via Libin naar Librimont. Het was deze dag ook weer fantastisch weer en de route was ook weer adembenemend mooi maar daarentegen best pittig. Maar toen we aankwamen in het hotel werd dat rijkelijk beloond. Want daar stond tot onze grote verrassing een buffet te wachten waar je eigenlijk alleen maar van kunt dromen. We hebben maar één keer wat regen gehad, dat was deze avond toen we met een oester en een glas champangne in de hand op pantoffels voor het raam stonden. Lekker weer vroeg erop en de volgende ochtend weer fris wakker om weer te gaan genieten van opnieuw een mooie dag.
Zondag 15 maart: we gingen vandaag via Bertix naar Herbeumont. Dit was weer zo’n dag met heel veel klimmen en dalen en dan krijg je ook natuurlijk de mooiste vergezichten en uitzichten. Het was een zware dag maar met de picknickmand mee kwam de dag toch weer helemaal goed. We kwamen die dag laat aan bij een vakantie park boven op een berg. De sleutels van de kamers waren aan de deur geplakt. En daar stonden we dan. Een beetje al verbrand op de wangen met veel dorst en honger en er was niemand in het hele park. Paul Moormann ging op zoek en kwam een meneer tegen en vroeg met een trillende lip of er soms een taxi of wat anders geregeld kon worden. Maar daar had hij nog nooit van gehoord. Paul ging bijna huilen en toen belde die meneer zijn vriend die beneden in het dorp een restaurant had. Die kwam ons gelijk ophalen toen zijn restaurant open ging en hij bracht ons na het eten ook weer terug. Geweldige avond weer met een heerlijke boeuf Stroganoff met wat lokale biertjes.
Maandag 16 maart: de volgende morgen zijn we na wat inkopen op pad gegaan richting Bouillon. Dat was weer een stevige route met behoorlijke klimpartijen maar ook weer krankzinnig mooi. Bouillon is een stadje aan een grote rivier waar ook een geweldig groot fort nog staat boven de stad, waar vroeger de grote held Godfried van Bouillon woonde. Wij hebben daar de nacht doorgebracht in het oudste hotel van Bouillon, waar Napoleon nog gelogeerd heeft. Het was weer een dag met veel bezienswaardigheden. Maar hét hoogtepunt was het broodje doner kebab die avond. Dat was zó groot dat niet één van de zes het bord leeg kreeg. Maar hij was overheerlijk.
Dinsdag 17 maart: deze morgen ietsje minder fris zijn we weer vroeg op pad gegaan om eerst een bezoek te brengen aan het ford. Nadat we dat een beetje hadden bekeken zijn we langs de rivier richting Frankrijk gelopen. Wij waren het gelijk allemaal met elkaar eens dat dit toch wel de mooiste dag zou worden. De route was wel weer zwaar. We besloten om op de grens met Belgie en Frankrijk onze mand weer even aan te spreken. Na onze lunch zijn we de Champagne streek in gewandeld en toen ging eindelijk gelukkig het bergachtige over in een glooiend landschap. We besloten om de GR-14 te blijven volgen tot we op de plaats van bestemming waren. Dat werd dus weer een lange dag. Maar goed, we hadden ook besloten als het onderweg toch zo mooi is, wat moet je dan anders doen?! En voor de laatste avond hadden we kamers geboekt in het grootste overdekte kasteel van Europa dat omgebouwd was tot hotel. Dus daar aan de verkeerde kant aangekomen moesten we ook nog even om dat kasteel heen om erin te komen. Die avond zijn we even nog het dorp ingegaan om een hapje te eten. En daarna hebben we nog wat Champagne geplopt in een plaatselijk café. We hebben het niet laat gemaakt, want we wilden de volgende morgen de Kneusjes fris ontvangen. En dat hebben we goed gedaan, want die stonden ook stipt op tijd voor ons kasteel te trappelen op deze prachtige ochtend om van start te gaan.
Wij hebben al met al een bijzonder mooie week gehad waar we eigenlijk met al die vooruitzichten niet van uit gingen. Wij kunnen wel zeggen dat alles mee zat. Het weer, de overnachtingen, de culinaire verrassingen, de fantastische sfeer in de groep. Het was een 10! We hadden een rustige rit, weer uitgerust en voldaan terug en waren weer om 13.00 op het dorp. We hebben de bus nog even afgetankt en wat er over was in de pot hebben we gedoneerd op de rekening van Doe mee tegen PCD. We willen iedereen die op welke manier dan ook hieraan mee heeft gewerkt bedanken voor deze onvergetelijke wandeling! Namens Jack Schilder, Kees Smit, Jaap Veerman, Simon Veerman, Paul Moormann en Theo Tol.
ETAPPE 6: VAN SEDAN NAAR CLERMONT ON ARGONNE
Het Ardennenoffensief, via, langs en over de GR14. Indrukwekkend mag je deze tocht gerust noemen. Een tocht die je voert langs en over de Grand Route 14. De vele monumenten die her en der bezaaid langs het parcours lijken te zijn neergegooid geven de wandeltocht als bij toeval zin. Alles ademt geschiedenis. Vooral in de bossen, soms diep verscholen en soms open langs de mooiste wandelpaden krijgen de stenen een gezicht en soms een naam. Hier is werkelijk tot op het bot gestreden . Een impressie hiervan vind je tussen onze foto’s op http://kneusjes.uit-volendam.nl/foto/2009-03-18/index.html. De beelden spreken voor zich.
Sedan – Stonne (27 km)
Onze eerste overnachting ligt op redelijke hoogte. Dit pensionnetje in Stonne, dat wordt beheerd door Mademoiselle Frances, is niet zomaar in de boeken terug te vinden. Het ligt op 27 kilometer loopafstand vanaf de startplaats Sedan. Alles gastvrijheid wat de klok slaat. De deur staat los en we kunnen zo naar binnen. ’s Avonds wacht ons het menu van de dag. We krijgen verse doperwten/aardappelstamp uit eigen tuin. Voldoende vlees om de komende vijf dagen als vegetariër door te gaan en als toetje een kaasplank. Ook het ontbijt liegt er niet om, kortom genoeg voor iedereen. In Stonne vind je een tank, geschonken door de Amerikanen en diverse tableaus met opschriften.
Stonne – Buzancy – Grandpre (37 km)
De tweede etappe voert ons na 17 kilometer in Buzancy, waar een hotel staat dat door een Nederlands echtpaar wordt gerund. Ook hier worden we weer in de watten gelegd. Het terrein is redelijk glooiend, maar niet uitzonderlijk zwaar. Het is prachtig weer, zo’n 17 graden Celcius. Het hotel staat aan een doorgaande weg, maar echt veel last heb je daar niet van. De eigenaar van Hotel du Saumon kent onze volgende hostess.
Zij blijkt voorzitster te zijn van de toeristenvereniging en heeft kennelijk hoog aanzien. Maar vooral wordt zij geprezen om haar karakter. Het is een lief mens. Dat ervaren we zelf na aankomst in Grandpre, waar we te gast zijn in Domaine de Montfix. Grandpre ligt op 20 kilometer vanaf Buzancy.
’s Avonds schuiven we bij het gezin aan voor de avondmaaltijd. Onder het genot van een glas wijn worden onze ervaringen uitgewisseld. Het kasteel te Sedan, de plaats vanwaar we zijn vertrokken, blijkt nogal gevoelig te liggen bij de plaatselijke bevolking. Hier had nooit een hotel gevestigd mogen worden, aldus de eigenaar van dit pension. Het kasteel deed dienst als gevangenis en uitvalsbasis van de nazi’s. Het Engelse gezin dat ons aan tafel vergezelt, is bezig met een rondrit. Mevrouw is 87 en een van de dochters is houder van zeker veertig kunstgalerieën in Londen.
Grandpre – Varenne en Argonne (22 km)
Na Grandpre gaat onze zaterdagetappe naar Varenne en Argonne. Ook hier geschiedenis wat de klok slaat. Een monument gelijk die van een Romeins imperium torent uit boven de stad. In het hotel waar we verblijven worden we begroet door Lucius, een goed hondje met een schofthoogte van – pak hem beet – 80 centimeter. Echt gastvrij worden we door de barman in eerste instantie niet ontvangen, maar nadat we duidelijk hebben gemaakt uit Holland te komen en kennis te hebben gemaakt met de hoteleigenaren, valt alles toch weer mee. Met de entrecote gegrild in de openhaard wordt het weer smullen! Een kaasplankje met een grand cru – in drie teugen leeg – maken de boel compleet. We maken ons op voor de laatste etappe.
Varenne en Argonne – Clermont en Argonne (22 km)
Na eerst wat luxe broodjes te hebben ingeslagen, gaan we op weg naar Clermont. Normaal zit het hotel daar op zondag dicht, maar een sentimentele email heeft toch de deuren geopend. Dwars door het Foret (wel een graadje of 5 kouder) passeren we onder andere de Kaiser Tunnel. Dat is een loopgraven complex dat bij zomerdag geopend is. Ook een Frans/Amerikaanse begraafplaats ligt op deze route. De laatste drie kilometer duiken we het bos uit voor de laatste loodjes. In hotel Bellevue worden de blaren doorgeprikt. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde tocht!