ETAPPE 7: VAN CLERMONT-EN-ARGONNE NAAR SAINT DIZIER
Volendam, maandagmorgen 23 maart: met 4 man in de bus en Dick aan het stuur is het vertrek om 03.00 uur uit Volendam. Op een plein in de plaats van aankomst Clermont is om 08.45 uur een toevallige ontmoeting met Evert van de vertrekkende groep. Door Evert naar het hotel Bellevue geleid, waar vervolgens heel gezellig onder het genot van – door hun betaalde, waarvoor dank – verse koffie alle avonturen en wetenswaardigheden werden uitgewisseld. Om pakweg 10.00 uur is afscheid genomen, zij terug naar Volendam en wij via de GR 14 op weg naar onze eerste stopplaats.
Clermont-en-Argonne verlatend ging het richting Bealieu-en-Argonne, dat was niet eenvoudig. Vermoedelijk als gevolg van de slechte gesteldheid, door omgevallen bomen, obstakels en de natheid /gladheid, was de route anders dan op de kaart aangegeven. Dat betekende extra kilometers onder soms moeilijke omstandigheden. Na een lange dag met koud maar verders weliswaar goed weer, sloeg in het laatste stukje de vermoeidheid toe. Bij een doorkijkje in het bos zagen we het dorpje – onze aankomstplaats – al liggen, met de bekende GR-tekens in het doorkijkje voor onze neus duidelijk aangegeven. Toch vervolgden wij gedachtenloos het gemakkelijke pad waar we al op liepen. De verrassing als gevolg hiervan troffen we de volgende dag. Het hotel dat geboekt was stond er leeg en verlaten bij. Na enig geroep en gerammel aan de deuren werd een raam op de verdieping opengedaan. Het klopte dat we werden verwacht, maar wat was het daar koud in dat hotel! Snel werden enkele gaskachels geplaatst maar dat mocht niet baten. Het eten was matig tot slecht en al gauw werd vanwege de kou besloten om het bed op te zoeken. De afrekening was hoog (een 25 cl biertje voor 4 euro 80) en met een meegekregen zak met (picknick)etenswaren in plaats van lunchpakketjes vertrokken we uit het hotel. Een afrader, dat hotel!!!
Bealieu-en-Argonne, dinsdagmorgen 24 maart: zoals eerder vermeld, zijn we de vorige dag aan de verkeerde zijde het dorp binnen gewandeld. Het gevolg was dat het begin van het 2e deel van de route ook aan de verkeerde zijde van het dorp is gestart. Al gauw bemerkten wij deze onjuiste keuze, maar omdat het een moeilijke en soms gevaarlijke daling was, besloten wij door te gaan. Na ook weer een moeilijke klim kwamen wij een uur later weer in het dorp aan. Voor ons was dat geen probleem want we waren toch al van plan wat extra “lussen” te gaan maken. Noot: In Volendam hadden we al een Evert Jassie maar sinds afgelopen week hebben we nu ook een Evert Lussie. Met bewolkt en af en toe zonnig weer trokken we verder. Romantische vergezichten en fraaie doorkijkjes waren ons deel. Het lag in de bedoeling om in een gite in Evrés te gaan lunchen, daar aangekomen troffen we de gesloten gite ‘Anes Art’ Gonne aan. Niet getreurd; op een terras van de naast gelegen woning en in een mooie omgeving werd de meegebrachte zak met picknickwaren genuttigd. Wat we gisteren al zagen, constateerden we ook vandaag, een route op de kaart die afweek van die in het veld. Opnieuw extra kilometers lopen of om toch in de stijl van de Grand Randonnee te blijven, een alternatieve route via landerijen en over hekken, prikkeldraad en beekjes. Ach ja, met een minimale leeftijd in de groep van 54 jaar moet je dat soort avonturen niet meer ondernemen. Voor het 2e hekwerk, in combinatie met een te groot beekje, is besloten terug te gaan. We eindigde de tocht in Vaubecourt en geslapen is daarna in een goed hotel met lekker eten en warme kamers.
Bar-le-Duc, woensdag 25 maart: donkere wolken, veel wind, natte sneeuw en regen deed ons besluiten om de dag cultureel te beginnen. Maar dat viel vies tegen, het Chateu, de musea, kerk en andere bezienswaardigheden gelegen op de Haute Ville van Bar-le-Duc waren allen gesloten. Vooral de gesloten kerk was jammer, want topwandelaar Jan van Nek, traditiegetrouw op gympies van zijn zoon en spierwitte sokken (die hij overigens op wonderbaarlijke wijze wit hield) wilde dit keer, mede op uitdrukkelijk verzoek van zijn voormalig buurman Kees, toch wel enkele kerken bezoeken. Flink balen dus, vooral voor Jan. Tegen de middag knapte het weer wat op. Algauw werd besloten een deel te wandelen vanaf waar we gisteren de route hadden beëindigd. Zoals inmiddels bekend, veel klimmen en dalen via natte en glibberige paden.
Bar-le-Duc, donderdag 26 maart: na een goede nachtrust en in redelijke weersgesteldheid (bewolkt en af en toe regen) is de GR 14 opnieuw opgepakt. Fraaie panorama’s en doorzichtjes zagen we tussen de buien door. Rustplaatsen waren niet te gebruiken en horeca nauwelijks aanwezig en waar aanwezig gesloten. Vóór het seizoen wandelen brak ons op. Het laatste deel richting Bar-le-Duc bracht ons weer veel regen en wind. Gesloopt waren we en tegen de gewoonte in – niet eerst een pilsje genuttigd – hebben we direct de douche opgezocht om de ergernis van de dag weg te spoelen. Als gevolg van de vermoeidheid deed Kees besluiten de kamer op te zoeken met de rugzak van Evert, grote hilariteit alom. Toch een beetje je kindje geworden zo’n zak. Een paar biertjes en een goede maaltijd later verbeterde de sfeer nog meer en werd in een goed humeur naar het laatste deel van de route uitgekeken.
Bar-le-Duc, vrijdag 27 maart: vroeg opgestaan voor de lange dag die ons nog te wachten stond en na een stevig ontbijt vertrokken voor het laatste deel van de route. Dat begon met een forse uitdaging, de klim vanuit het laag gelegen ‘Hotel Bertrand’ naar de splitsing GR 14/GR 714, hoog gelegen boven de ‘Haute Ville’ van Bar-le-Duc. Bezweet en met een fors opgelopen hartslag ging het verder op het plateau richting het dorpje Veel. Een kleidorp zonder horeca. Verder dan maar naar Trémont-sur-Saulx want daar zou, volgens de markering op de kaart, een restaurant aanwezig zijn. In heel redelijk weer en met goede moed togen we verder. Rond etenstijd aangekomen in Trémont, een bewoner gevraagd naar een horeca gelegenheid. Gesloten, seizoen is nog niet begonnen was de korte mededeling. Dan maar uitkijken naar een rustplaatsje om even bij te komen en wat te drinken. Tot onze niet geringe verbazing wandelden wij vervolgens langs een geopend cafetaria. Wij naar binnen waar we warm en met een handdruk werden ontvangen door de eigenaar. Alles, rosé, zelfgemaakte snaps en bier, werd uit de kast getrokken om het ons naar de zin te maken. Na deze voortreffelijke lunch, voor een zeer acceptabele prijs, ging het verder. De genoten snaps en rosé had een van de lopers zoveel energie gegeven dat deze door de anderen niet meer te volgen was. Aan het touw moest hij. In de voorstad van Saint Dizier werd nog een korte stop gehouden, waarna we om omstreeks 16.45 uur aankwamen voor een gesloten hotel ‘La Martine’. Tussen 14.30 en 18.00 uur gesloten vertelde het mededelingenbord, vervelend maar het zag er voortreffelijk uit. Dan maar een Grimberg Blond in een andere kroeg nuttigen, werd besloten. Om 18.00 uur terug in “La Martine’ (een aanrader) waar we als enige gasten mochten genieten van een voortreffelijke maaltijd en vele biertjes. Omstreeks 23.00 uur hebben we – moe maar voldaan – kooigang gemaakt.
Saint Dizier, zaterdag 28 maart: om 13.00 uur vond de ontmoeting plaats met de volgende groep en zijn we afgereisd naar Volendam. Graag willen wij via deze weg de organisatie bedanken, opnieuw hebben wij een fijne wandelvakantie gehad. Dat er nog vele mogen volgen. Vermeldenswaardig is tenslotte, dat Kees bij het uitpakken van zijn rugzak constateerde, dat hij zijn “tientje van de rozenkrans” kwijt was. Kees sliep met Jan op de kamer. “Jan, je mag het houden”! Groep Jan van Nek, Kees Veerman, Dick Tol en Evert Schilder
ETAPPE 8: VAN SAINT DIZIER NAAR TROYES
Onafzienbare vlaktes in Frankrijk
Volendam, zaterdag 28 maart 2009. Groep 8 bestaande uit 9 personen t.w.: Aagt en Albert Jonk, Antje en Hein Tol (Kurk), Griet en Kees Schilder (Vlugt), Jannig en Rob Eylers en last but not least, Ton Runderkamp (slager), een van de stimulatoren voor de strijd tegen de ziekte PCD, vertrok met de bus om 05.30 uur vroeg in de morgen met zeer regenachtig weer richting Saint Dizier! Om groepsleider Evert van groep 7 een plezier te doen, zijn wij met slecht weer in één ruk doorgereden via Antwerpen en Brussel naar Saint Dizier om zo vroeg mogelijk voor hun aan te komen! Wij arriveerden in Saint Dizier om 12.30 uur! De ontvangst was geweldig en onvergetelijk!
In tegenstelling waar hun als groep 7 waren ontvangen door de voorgaande groep 6, n.l. onder het genot van verse koffie en uitwisseling van de wetenswaardigheden, zoals het behoort te gaan, bleken twee van de vier leden van groep 7 niet bereid om ons welkom te heten, een hand te willen geven of om op de gezamenlijke foto te gaan, laat staan om gezamenlijk koffie te willen drinken! Bij een Bedevaartsloop als deze onwaardig! Niks ten nadele van Kees en Dick, die ons tenslotte het St. Jozefbeeld en het gebed hebben overhandigd. Desondanks hebben wij ons humeur niet laten bederven door het bovenstaande afscheid. Sans rancune, de Fransman zou zeggen “Cést la vie”. Wij namen deze zaterdag onze intrek in een klein hotelletje “Le Gambetta” te Saint Dizier.
Zondag 29 maart 2009. Montier en Der, 35 km. Na een goede nachtrust en ontbijt onze weg gezocht en Saint Dizier verlaten, op weg naar onze volgende bestemming t.w. het dorpje Montier en Der. Na zo’n 10 kilometer het dorp Eclaron te zijn gepasseerd, kwamen wij aan bij een door de Fransen zelf uitgegraven en geheel betonnen kanaal. Dat moet ongelofelijk veel werk zijn geweest, want dit kanaal, dat wij aan de rechterzijde hebben gevolgd, had een lengte van zeker 13 km! Halverwege werden wij opgeschrikt door het telefoontje van de L.O.V.E. voor een rechtstreekse uitzending. Een leuk intermezzo tussen de L.O.V.E.-reporter en Hein Tol, daar in dit stukje Frankrijk geen huis, mens of dier was waar te nemen. Koffiekan en brood dient in dit gebied in de rugzak meegenomen te worden daar nergens wat is te halen! Na het kanaal achtergelaten te hebben passeerden wij op deze route het dorpje Brauourt en even later aan onze linkerkant Frampas. De zon was ‘s middags doorgebroken en de kilometers begonnen te tellen. Opgelucht kwamen wij om 17.00 uur aan bij “Auberge de Puisie” te Montier en Der. Vermeldenswaardig was, dat de eigenaar van deze Auberge vier kleine kinderen had onder de 7 jaar, die allen gewoon om en onder de bar aan het spelen waren! Tevens liepen er nog twee honden doorheen. Vier kinderen in Frankrijk in één gezin, zie je niet vaak! De toiletten waren niet geschikt om lang op te vertoeven. Na een gezellige avond met goede maaltijd werd het niet laat deze avond.
Maandag 30 maart. Brienne Le Chateau 30 km. Na ‘s morgens om half negen het ontbijt te hebben genuttigd, had Ton Runderkamp de vijf koffiekannen voor onderweg in de rugzak weer met warm gekookt water gevuld. We gingen weer op zoek naar een boulangerie voor het brood onderweg. Met de zon aan de hemel vertrokken wij op weg naar Brienne Le Chateau. Een prachtig golvend landschap strekte zich voor ons uit en we genoten van het uitzicht. De kilometers regen zich met 6 km per uur aaneen en wij passeerden dan ook vlot de dorpen Louze, Epothemont en Juzanvigny. Opvallend was dat wij hierna kilometers lang tussen 2 hekwerken aan beide zijden liepen, alwaar een geheim militair centrum was gelegen. Tevens kwamen wij een herdenkingsplaat van Napoleon tegen uit 1841. Uit de verte naderden wij het stadje Brienne Le Chateau! Het kasteel, heden omgetoverd tot een ziekenhuis voor psychische patiënten, ligt op een heuvel en is van verre te zien. Na 30 kilometer te hebben gelopen, kwamen wij ‘s middags om 15.30 uur aan bij onze bestemming, gelegen aan de “Avenue Pasteur”, het kleine chauffeurshotel “Hotel des Voyageurs” te Brienne Le Chateau. Vermeldenswaardig was dat Ton Runderkamp, na zijn kamer te hebben geïnspecteerd, nog even buiten een luchtje was gaan scheppen en daar compleet onverhoeds van achteren door een grote hond in zijn onderbeen werd gebeten! De twee wonden in zijn been werden door Rob Eylers als dierenkenner ingesmeerd met zijn wonderwondspenenzalf en vervolgens door Antje vakkundig als oud-EHBO-ster gepleisterd. Opletten dus voor honden! Hierna gezellig een paar biertjes genomen en van een goede maaltijd genoten. Ook bleek aan een tafel achter ons een Nederlands echtpaar te zitten, die dachten dat wij uit Denemarken kwamen. Zij waren op weg naar Compostella en reeds 6 weken onderweg. Zij dachten zo’n beetje eind juni daar aan te zullen komen. Na afscheid van hun te hebben genomen gingen wij voldaan te bed.
Dinsdag 31 maart. Bouy-Luxembourg 31 km. ‘s Morgens om half negen het ontbijt genoten en weer naar de bakker geweest voor brood onderweg op weg naar het boerengehucht “Bouy-Luxembourg”. Na om het kasteel te zijn gelopen, liepen wij voor het eerst door een prachtige route via een bos. Uit dit bos gekomen gingen wij op weg naar de plaats Piney. Het weer was nu prachtig. Na Piney te hebben gepasseerd kwamen wij weer terecht op enorme grote vlaktes, zover het oog strekte! Hier op deze vlaktes zijn in het verleden de oorlogen in de tijd van Napoleon met vele paarden uitgevochten. Soms twijfelend, zou er ooit een eind komen aan deze eindeloze vlaktes, verscheen er ‘s middags om een uur of vier een klein boerendorp genaamd “Bouy-Luxembourg”. Bij boerderij “Les Epis d’Or” een zogenaamd chambres d’Hotes, werden wij ontvangen. In een grote koestal had de boer vijf kamers gemaakt en wij werden ‘s avonds uitgenodigd bij de boerin in de woonkamer voor het avondeten. Voor de boerderij in de zon hebben wij nog genoten van de blikjes Heineken welke door Kees Vlugt waren meegenomen. De boer leek volgens groepsleider Hein op de vroegere beroemde Franse acteur Jean Gabin. De boerin toverde ‘s avonds allemaal eigen producten op tafel, zoals eigen zuivere yoghurt, wijnen, honing, kersen, brood, etc. Jannig Eylers bleek vloeiend Frans te spreken en daarom ontspon er zich die avond een zeer gezellige sfeer, wat de boer er toe bracht om zijn wijnen te laten proeven die Ab en Ton zich zeer lieten smaken. Tevens kwam de boer op het eind met een soort bal met een eigen product distilleer, die hij bij eenieder in een klein glaasje inschonk en bij zichzelf in een kop. Hijzelf genoot er nog het meeste van, dit tot een beetje ongenoegen van de boerin. Na deze prachtige avond op de boerenhoeve was het daarna goed om te gaan rusten.
Woensdag 1 april. Troyes 22 km. Na afscheid te hebben genomen na het ontbijt ten huize van de boerin, vertrokken wij ‘s morgens naar onze eindbestemming Troyes. Via de dorpen Bouranton, Bellev en St. Parres aux Tertres, kwamen wij ‘s middags aan in Troyes. Na de hele stad te hebben doorgelopen kwamen wij aan in het Grand-Hotel te Troyes. Troyes wetenswaardigheden: Bezit de kathedraal St-Pierre-St. Paul, 114 m lang, 50 m breed en 28,50 m hoog onder het gewelf. Bezit 1500 m2 aan gebrandschilderde ramen, stammend uit de XIII- de tot de XIX-de eeuw. Het maakt de kathedraal tot een fantastisch prentenboek. Tevens staat aan dezelfde straat de St.-Urbain-Basiliek. De basiliek is opgericht door de in 1185 in Troyes geboren Jacques-Pantaleon, die in 1261 tot paus werd uitgeroepen onder de naam: Urbanus IV.
Historie-Troyes: Jaar: 22-21 v Chr.-opgericht en vestiging van de Tricassen. Aanleg van de “Via Agrippa”. Deze Romeinse weg verbond Milaan met Boulogne-Sur-Mer en was van groot belang voor de toekomstige ontwikkeling van de stad.
Jaar 451: Attila wordt bij de poorten van Troyes tegengehouden door de bisschop St. Loup. De plundering wordt voorkomen.
Jaar 892: De Noormannen branden de stad plat! XIIde-XIIIde eeuw: Troyes bloeit op en wordt de hoofdstad van de Champagne. Er ontwikkelden zich tapijtateliers, molens, looierijen, weverijen en papierfabrieken.
Daar wij ‘s middags vroeg waren aangekomen hebben wij de vele kerken, waaronder de bovengenoemde kathedraal en basiliek, bekeken en kaarsjes opgestoken. Daarna gewacht bij ons hotel op de volgende groep 9. o.l.v. Wim Keizer. Woensdagavond om 18.15 uur arriveerden Wim Keizer en echtgenote, Hein Koning en echtgenote en Jan Tol. Na een hartelijke ontvangst met een rondje over en weer, werd het beeldje en bidprentje met bijbehorend toespraakje van Hein Tol overhandigd aan groepsleider W. Keizer. Na een zeer gezellig gezamenlijk diner met beide groepen hebben wij afscheid genomen. Rest ons nog te vertellen dat wij respect hebben voor onze vrouwen, die deze inspanningen ook hebben moeten leveren om deze Bedevaart te kunnen beleven. De organisatie en Garage Molenaar dankend voor hun diensten in deze hebben wij onze donatie voor de PCD-ziekte aan T. Runderkamp na afloop overhandigd en doen wij allen de groeten t.w.: Antje, Hein, Aagt, Albert, Kees, Griet, Rob, Jannig en Ton. Au Revoir!
ETAPPE 9 : VAN TROYES NAAR AUXERRE
Frankrijk land van uitgestorven dorpen met onvergetelijke panorama’s en vriendelijke behulpzame bewoners
Woensdag 1 april, Volendam: groep 9 bestaande uit vijf personen t.w. Jan Tol (Jobse), de echtparen Hein en Alie Koning en Wim en Nel Keizer. Na een degelijke voorbereiding betreffende het vastleggen van onderdak gedu-rende de etappe van Troyes naar Auxerre vertrok ons team om 22.20 uur vanuit Volendam. Vera, de vrouw van Jan Jobse had ook voor deze voetreis een extra grote dikkekoek gebakken voor onderweg. De koek verdween onderweg als sneeuw voor de zon. De zon was niet alleen in de heenreis naar Troyes een goede bondgenoot maar gedurende de gehele etappe. Regenkleding en paraplu’s waren niet mee genomen zodat de rugzakken niet meer dan slechts 25 kg per persoon wogen.
Zonder enige vertraging leidde chauffeur Hein Koning ons naar de eerste stop om 12.27 uur in het Belgische Merelbeke. Nadat in deze rustpauze de heerlijke tomatensoep met een dik plak dikkekoek een donker plekje had gekregen ging de reis om 13.15 uur verder. Na een uur belde Hein Tol (Kurk) van groep 8 vanuit het Grand Hotel in Troyes dat zijn groep pelgrims onge-schonden waren aangekomen en dat zij vol verwachting uitzagen naar de komst van groep 9. De glazen stonden al klaar. In Frankrijk werd de laatste koffiestop (met dikkekoek) in Aire de Mont aan de N129 gehouden om 16.30 uur. Met medewerking van de Tom Tom werd om 18.15 uur het reeds besproken Grand Hotel in Troyes bereikt alwaar groepsleider Hein Tol (Kurk) ons al stond op te wachten en zorgde voor een onvergetelijk warm en sfeervol onthaal. De teller stond op 620 km. Onder het genot van enkele over-en-weer rondjes werden de onwaarschijnlijk vele spannende gebeurtenissen tijdens de gelopen etappe naar Troyes door Hein Tol kleurrijk verteld. Die heeft u inmiddels al in de NIVO kunnen lezen. Na de onvergetelijke gezellige ontmoeting in het hotel en de overhandiging van het Sint Jozefbeeldje en het kruisje bij het oorlogsmonument met een door Hein Tol voorgedragen gebed werd vervolgens in een nabij gelegen res-taurant in aanwezigheid van alle deelnemende pelgrims het lichaam versterkt met een uitstekende maaltijd. Tijdens het eten belde de LOVE die het thuisfront via gesprekken met Wim Keizer en Hein Tol gerust stelde over de gang van zaken in Frankrijk en de meegemaakte ervaringen van de beide groepen. Na een goede bedrust en een gezamenlijk ontbijt werd om 9.00 uur afscheid genomen van de groep van teamleider Hein. Een woord van dank voor de ontvangst aan Aagt en Albert Jonk, Griet en Kees Vlugt, Jannig en Rob Eylers, Ton Runderkamp, Antje en Hein Tol (Kurk) is hierbij zeker op z’n plaats.
Donderdag 2 april: Van Troyes naar Auxon (35 km). Onder het genot van een stralende zon en na een bezoek aan het VVV-kantoor ging onze groep na een heerlijk en stevig ontbijt in het hotel om 9.40 uur op weg naar het 35 km verder gelegen Auxon. De eerste kilometers gingen door de stad Troyes. Troyes is een stad met ongeveer 60.000 inwoners. De patroonheilige van onze kerk, Sint Vincentius à Paulo, (1581-1660) heeft in deze stad als priester gewerkt. Om 11.00 uur werd voor de eerste keer gestopt in Saint Germain. Naast het restaurantje was een groentezaak. Nel wilde wat fruit voor onderweg kopen. Zonder iets te zeggen of te vragen gaf de koopman gratis een zak met appels en sinaasappels. Hij had ons met de volle zware rugzakken zien aankomen en dacht dat wij onderweg waren naar Santiago de Compostella. Hij wilde die arme pelgrims voorzien van vitaminerijk voedsel. Via de dorpjes Bouilly en Javernant werd om 15.20 uur een restaurant in Cresantignes bereikt. Na het lessen van de dorst en een voorraad water werd de tocht om 15.45 uur voortgezet na afscheid genomen te hebben van de plaatselijke dorpsgek die schijnbaar verliefd werd om de deelnemende dames van onze groep. Na goed doorlopen werd om 17.30 uur via Chamoy het gehucht Auxon bereikt. In de enige kroeg werd wederom de dorst gelest. Dit keer met heerlijk gekoeld bier. Tot onze verrassing kwam ook de dorpsgek uit de eerdere ontmoeting ons gezelschap houden. De zeer vriendelijke waardin verzorgde voor ons een taxi naar Troyes omdat in Auxon een overnachting niet mogelijk was. De volgende dag zou de taxi ons weer terug brengen naar Auxon. De waardin wees ons op een bijzonder mooi Mariabeeld in de kerk van Villeneuwe-au-Chemin, een 5 km verder gelegen dorp op onze route. Zij zou zorgen dat wij daar een rondleiding zouden krijgen. Om 19.00 uur genoten wij van een welverdiende heerlijke maaltijd en na een wandeling in het oude, in het jaar 22-23 voor Christus opgerichte Troyes, had ons groep om 10.30 uur geen nun nodig om een nachtelijk dutje te doen.
Vrijdag 3 april: Auxon – Saint-Florentin: (30 km). Na een goede nachtrust, een heerlijk ontbijt en een juiste verzorging van de voeten werd per taxi koers gezet naar Auxon alwaar de voettocht zou worden voortgezet richting Saint-Florentin. Opvallend was de goede conditie van de beide dames Nel en Alie. Zij ontvingen meerdere malen welgemeende complimenten van Jan Jobse en hun echtgenoten. Vanuit Auxon werd om 10.00 uur gestart richting Villeneuwe-au-Chemin. Bij de kerk (met het mooie Mariabeeld) boven op een hoge heuvel aangekomen bleek de kerk gesloten te zijn en er was niemand te bekennen. Bovenop de kerk stond een grote beeltenis van de H. Maria. Na wat rusten en meegenomen drinken werd de tocht richting Lasson voortgezet. Na drie uur lopen werd in Lasson halt gehouden bij een ondernemende boer à la Ferme die behalve boer ook regionale bakker, imker, wijnboer en fruitteler was. Van de vriendelijke boer mochten we de bij hem gekochte broden met honingbeleg en zelfgemaakte appelsap op zijn erf/terras nuttigen. Alle etenswaren gingen er als koek in waardoor het inwendige van de mens weer was versterkt na drie uur lopen met bepakking. De twee aanwezige honden waren blijkbaar de enige honden in Frankrijk die mak waren en niet blaften. Voor al het eten en drinken moest in totaal slechts # 16,– betaald worden. Dankbaar namen wij afscheid van de boer en vervolgden de tocht naar Saint-Florentin via Neuvy-Sautour. In dit dorpje was niets te eten of te drinken totdat Nel een knappe jongeman ontdekte die net uit een woning kwam. De jongeman was erg vriendelijk en sprak een klein beetje Engels en bediende ons via Nel van vers water en gaf ons daarbij nog een grote zak chips en chocolade stengels. Hij moest er geen geld voor hebben. Dat maak je in ons land niet iedere dag mee. Na een uitgebreide dankbetuiging ging de route naar Les-Buissons alwaar om 14.45 uur een koffiestop werd gehouden. Om 16.20 uur arriveerden wij in de aloude historische stad Saint-Florentin en dronken op het terras van ons hotel de L’Est een koud glas bier op de plezierig en goed verlopen tocht. Na een heerlijke verfrissende douche bestelden wij in het sfeervolle monumentale hotel een culinair diner met enkele flessen Chabliswijn. Niet alleen de wijn was heerlijk en smaakvol. De maaltijden, vooral de gebakken tongen waren voortreffelijk na zo’n vermoeiende voettocht. De kok kreeg een 10. Na het eten werd een bezoek gebracht aan de stad waar in het centrum kermis werd gevierd. Opvallend was dat de vele kermisattributen wel draaiden en vrolijk verlicht waren maar bevolkt waren met een enkel kind. Het was om 21.30 uur op vrijdagavond opvallend stil op de kermis. Om 22.30 uur keerden we terug naar het hotel en sliepen daarna als rozen.
Saint Florentin is een schitterend gelegen industriestadje op en tegen een heuvel boven het Canal de Bourgogne met 6400 inwoners. De stad is door haar ligging op de grens van Champagne en het noorden van Bourgondië eeuwenlang een vestingplaats geweest. Op de top van de heuvel staat de 15e/17e-eeuwse Eglise St-Florentin, in gotische en renaissancestijl, waarvan de toren ontbreekt en het schip nooit is afgebouwd. Rondom de kerk liggen schilderachtige nauwe straatjes.
Zaterdag 4 april: Saint-Florentin naar Chablis 30 km. Na het ontbijt maakte ons team zich op om 9.30 uur koers te zetten naar het wereld-beroemde wijnstadje Chablis met 3500 inwoners, ook wel de ‘Gouden Poort van Bourgondië’ genoemd, ligt aan de Serein. In vlot tempo en onder ideale weersomstandigheden ging de route via Cheu alwaar wij bij het oorlogsmonument ter nagedachtenis van de Franse slachtoffers uit de 1ste wereldoorlog stil hielden. Om 12.45 uur was het tijd om wederom het inwendige van de mens te versterken door in een winkel in het dorpje Ligny-le-Châtel de nodige etenswaren te betrekken en deze te nuttigen op een terras met koffie uit het café. Dat is in Frankrijk een gewone zaak want in het café waren geen etenswaren te koop. Via Maligny bereikten wij de wijngaarden op de berghellingen in de regio van Chablis. Met volle bepakking berg op en berg af was geen pretje maar wel de moeite waard. Schitterende panorama’s met onafzienbare wijngaarden waren onvergetelijke vergezichten. Halverwege tussen de wijngaarden maakten we een stop en hadden contact met hard werkende vriendelijke wijnboeren die druivenstekken aan het planten waren. Iedere stek werd omgeven door een plastic stukje pijp. In deze zachtglooiende landstreek liggen, verstopt tussen bossen, de wijngaarden die de wereldberoemde Chabliswijnen opleveren, gemaakt van de chardinaydruif (hier beannois genoemd). De kalkrijke grond, waarin zich ondermeer fossielen van kleine oesters bevinden, geeft een droge, maar toch frisse witte wijn, wat bleek van kleur met een spoortje groen, die uitstekend smaakt bij visgerechten. Na de introductie van de druif door de Romeinen, waren de monniken van Pontigny in het begin van de Middeleeuwen de wegbereiders van de huidige cultuur in deze wijnregio, de noordelijkste van Bourgondië en de geïsoleerste. Om 13.30 uur werd de dorst gelest in een winkeltje in Maligny waar van alles te koop was. Tegen 17.00 uur bereikten wij het hotel Aux Lys in Chablis. In het hotel aangekomen ontdekten wij snel dat er alleen drinken aanwezig was en de kok ziek was in het weekend. Van een Nederlands echtpaar in het hotel kregen wij het advies voor het diner naar restaurant ‘Au Vrai Chablis’ te lopen in de stad Chablis. Het eten en de wijn was daar van grote klasse. Alles in Chablis is economisch verweven met de wereldberoemde wijnen van Ghablis. Terug in het hotel werden direct om 21.30 uur de bedden opgezocht om na een zeer vermoeiende voettocht het lichaam de nodige rust te bezorgen.
Zondag 5 april: Chablis naar Auxerre (30 km). Na het ontbijt in het hotel au Lys Chablis vertrok ons nog steeds in goede conditie verkerende loopteam om 9.00 uur naar het eindstation in Auxerre. Afgesproken werd de Route National te mijden en via een alternatieve route via de dorpjes Beine, Soleines, Venoy, La Chapelle-du Bas en Egriselles naar Auxerre te wandelen. Dat hebben we wel geweten want in de 5 uur wandelen kon geen horecastop plaatsvinden. Uitgedroogd werd om 15.00 uur Auxerre bereikt om vervolgens in het besproken hotel La Seignelay het glas te heffen op de fantastische voettocht en de goede afloop zonder blaren of andere lichamelijke mankementen. Jan Jobse was tegenover de dames Nel en Alie complimenteus en gaf hen ongekende hoge loopcijfers. Daarmee waren zij heel tevreden. Na de verkwikkende douche informeerde Hein Koning op sterke aandrang van Wim Keizer naar de stand F.C. Volendam-Feyenoord. Hein belde direct zijn zoon op de tribune juist op het moment toen het tweede doelpunt werd gescoord. Even later werd Hein vanaf het Volendamterrein verwittigd dat F.C. Volendam had gewonnen. Even later belde ook zoon William op met de mededeling: “Ouwe, we hebben gewonnen “, vanuit een meer dan luidruchtig ‘Club van 100’ feestvierend home. Een geweldige opsteker op het eind van de rit en dat is dan ook wel gevierd in het gezellige uitgaanscentrum van Auxerre nadat eerst de hongerige en knorrende magen gevuld waren via een heerlijke maaltijd in een uitstekend restaurant aan de oever van de rivier Yvonne. Na een gezellige en sfeervolle tra-la-la avond volgde een heerlijke nachtrust die na het ontbijt gevolgd werd door een tocht langs de vele monumentale historische kerken en gebouwen in Auxerre. Eigenlijk te veel om alles te bezoeken in afwachting tot de komst van groep 10 onder leiding van de Monnickendammer groepshoofd Roel van Driel.
Bezoek aan Auxerre de moeite waard! Auxerre is een zeer oude monumentale stad met 39.000 inwoners. De stad is gelegen op en tegen een heuvel aan de linkeroever van de Yvonne en is de hoofdstad van Beneden Bourgondië en sinds 1790 van het departement Yvonne. Het stadscentrum wordt gevormd door een onregelmatige zeshoek, omringd door een ring van kommerrijke boulevards, die met hun straatjes, huizen en kerken opklimmen vanaf de rivierkade. In de 5de eeuw werd Auxerre door het graf van bisschop Saint-Germain een pelgrimsoord. De ontwikkeling van Auxerre werd herhaaldelijk onderbroken door invallen. In de 5de eeuw door de Hunnen en de Franken, in de 8ste eeuw de Saracenen en een eeuw later door de Noormannen. Na al die invallen trokken de inwoners zich op de heuvel terug en bouwden met het beschikbare materiaal van de Gallo-Romeinse ruïnes de stad Auxerre. Vooral de 12de/13de eeuw waren eeuwen van grote culturele en economische bloei (graan en wijn). Napoleon heeft goede herinneringen aan Auxerre: op 17 maart 1815 ontmoette hij – na zijn vlucht uit het ballingsoord Elba – op het plein voor de kathedraal maarschalk Ney, die tot taak had Napoleon te bestrijden. Ney besloot echter, nadat de heren elkaar ontroerd in de armen waren gevallen, zich met zijn leger aan te sluiten bij Napoleon en zijn troepen.
Stadswandeling langs kerken vol historie. Tijdens de stadswandeling langs een aantal historische kerken bezochten wij de 17de eeuwse Eglise St-Pierre, de Cathédrale St-Étienne, opgetrokken in grauwe kalksteen. Voordat deze kathedraal haar huidige gotische vorm kreeg stonden er al sporen van een kerk uit 1057. Speciale aandacht verdienen de 13de eeuwse medaillonvormige glas-in-loodramen in de kooromgang. Jeanne d’Arc wordt in deze kerk niet vergeten. Een raam en een standbeeld sieren de kathedraal. In deze kerk werd Jeanne d’Arc in 1429 gearresteerd en is in 1431 te Rouen ter dood gebracht op de brandstapel.
Wie was Jeanne d’Arc? Jeanne d’Arc (1412-1431) en bijgenaamd ‘de maagd van Orléans’, is een nationale heldin van Frankrijk. Ze werd in 1909 door paus Pius X zalig en in 1920 door paus Benedictus XV heilig verklaard. Als tiener beweerde de diepreligieuze Jeanne stemmen te horen van heiligen en van God, die zeiden dat het land bevrijd moest worden van de Engelsen. In 1429 zocht ze de dauphin (Franse Kroonprins) op, onderweg gekleed als man om zich te beschermen tegen onkuise benaderingen, met als doel hem ervan te overtuigen de strijd op te voeren. Eerst werd zij verdacht van ketterij maar toch stemde de kroonprins (de latere Karel VII) toe met het voorstel het Engelse beleg van Orléans te breken. Op 8 mei 1429 werden de Engelsen gedwongen het beleg op te geven. Dit succes (“17-jarig meisje verslaat de Engelsen”) sprak in heel Frankrijk tot de verbeelding en deed het Franse bewustzijn veel goed, waarop de kroonprins zich door Jeanne liet overtuigen dat het tijd werd zich te laten kronen tot koning Karel VII. Hiertoe moest Reims veroverd worden, de stad waar traditioneel de koning gekroond werd. Dit lukt de door Jeanne geleide Fransen zonder veel moeite en op 17 juli werd de kroonprins gekroond tot Karel VII. Successen bleven daarna uit omdat de koning niet genoeg middelen beschikbaar stelde. Jeanne werd gevangen genomen door de Bourgondiërs in 1430. Die verkochten haar aan het eind van het jaar aan de Engelsen. De Engelsen waren er erg gebrand op haar als heks en ketter neer te zetten, om zodoende het koningschap van Karel VII te ontkrachten. Ze brachten haar in februari 1431 in Rouen voor de inquisitie, de kerkelijke rechtbank. Jeanne werd beschuldigd van het weglopen uit het ouderlijk huis, het ontkennen van de kerkelijke autoriteit, poging tot zelfmoord en het dragen van mannenkleren. Eerst werd zij veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf maar daar waren de Engelsen niet mee tevreden.
De brandstapel was haar lot. In de gevangenis wisten de Engelsen haar te verleiden tot het dragen van mannenkleren. Zij werd hiervoor veroordeeld tot de brandstapel. Omstanders verklaarden dat haar hart niet brandde. Haar as werd in de Seine gestrooid. De processtukken zijn bewaard gebleven. De moeder van Jeanne verkreeg in 1450 herziening van het proces en in 1456 werd de veroordeling wegens ‘ketterij’ nietig verklaard door paus Calixtus III. Haar feestdag wordt gevierd op 30 mei. Jeanne dArc is in Frankrijk een politiek symbool sinds Napoleon en werd gebruikt door verschillende groeperingen.
Eglise St-Eusébe in Auxerre uit het jaar 640. De fraai gerestaureerde Eglise St-Eusèbe is een overblijfsel van een klooster uit 640. In de kapel in de rechterbeuk bevindt zich een kostbaar reliek: de ‘Zweetdoek van Saint Germain’ die gediend zou hebben om het lichaam van de heilige te omhullen toen de stoffelijke resten in het jaar 841 werden overgebracht. In alle kerken werden kaarsen met speciale intenties aangestoken en werd gebeden voor allen die niet meeliepen.
Maandag 6 april: groep 10 (Arriva-chauffeurs) kreeg warm onthaal. Na de middagmaaltijd arriveerde het busje met de lopers van groep 10 o.l.v. Roel van Driel op de afgesproken plaats bij het hotel. Een warme en sfeervolle ontmoeting vond plaats. Met 9 personen w.o. Jaap Springer en Piet Bond (Pek) zullen zij de volgende etappe afleggen. Gezamenlijk trokken beide groepen naar de Eglise St-Pierre alwaar het Jozefbeeldje en het kruisje werd overhandigd door groepsleider Wim Keizer aan de volgende groepsleider vergezeld met het door Wim uitgesproken bijbehorende gebed om de deelnemers te beschermen voor alle gevaren en onheil onderweg. Na een toch wel emotioneel afscheid ging de nieuwe groep om 15.00 uur direct aan de wandel zonder een besproken slaapplaats onderweg. “We gaan waar God ons in Frankrijk leidt”, waren de laatste woorden voor het vertrek uit de mond van Jaap Springer, de Volendammer Marker uit Edam en woonachtig in de Torenvalkstraat. Direct na de start van groep 10 werd de terugreis begonnen. Na een twee rustpauzes waarin het inwendige van de mens versterkt werd in Frankrijk en België werd om 23.30 uur ons aller Volendam bereikt. Een grote pluim voor chauffeur Hein Koning die als ervaren bestuurder van de bus de heen- en terugreis probleemloos volbracht. Na het aftanken en het parkeren van het busje bij garage Molenaar was het niet moeilijk een bezoek te brengen het land van Klaas Vaak. Net zoals in groep 8 gaat alle respect uit naar de vrouwen van groep 9 die zonder een centje pijn of inzinking de voetreis moeiteloos hebben volbracht in een uitstekende sfeer. Verder alle dank aan de perfecte organisatie en garage Molenaar. Namens de heren en dames van groep 9: Jan Tol (Jobse), Alie en Hein Koning en Nel en Wim Keizer.